Opiniestuk in Trouw
Is het nodig om maar liefst 100 dagen te formeren? De een legt de schuld bij draaikontende politici, de ander bij wispelturige kiezers. Ik geloof dat het proces zelf de schuldige is, betoogt onderzoeker Rudy van Belkom op de opiniepagina van Trouw. Een kabinetsformatie duurt in Nederland gemiddeld 72 dagen. Inmiddels staat de teller op 100 en zijn we aangekomen bij de allerlaatste optie om tot een meerderheidskabinet te komen. Het nationaal record van 208 dagen is weliswaar nog niet verbroken, maar we kunnen veilig stellen dat formeren een moeizaam proces is. En bovenal ondemocratisch. Onze stem heeft namelijk alleen invloed op de zetelverdeling. Niet op wélke partijen samen gaan regeren, laat staan op de inhoud van het regeerakkoord. Het proces doet me denken aan de perikelen op het schoolplein bij het samenstellen van twee voetbalteams. De teamcaptains mochten om de beurt iemand kiezen. Maar wanneer de teams eerlijk waren verdeeld ontstonden er alsnog problemen. 'Ik wil niet bij hem. En ik wil niet bij haar.' Handen in de broekzakken, starend naar de grond. Kijkend naar de mislukte pogingen van deze kabinetsformatie, valt het op dat er steeds één thema in de weg staat. Bij de formatiepogingen met GroenLinks was dit migratie en bij de eerste poging met de ChristenUnie bleek voltooid leven een breekpunt. Het is nog maar de vraag of een nieuwe poging meer kans van slagen heeft. Geredeneerd vanuit het huidige proces is dat ook niet zo vreemd. Partijen hebben tijdens de verkiezingen beloften gedaan en zijn bang dat hun achterban ze de rug toekeert. Het is dan ook niet eenvoudig om op alle thema's een compromis te sluiten die zowel het algemeen belang als het eigen belang van de kiezer dient. De politieke spagaat lijkt onoverkomelijk. Maar waarom zouden we nog vanuit het huidige proces redeneren? Is het niet eens tijd om te concluderen dat het op deze manier niet werkt? Formeren kan ook anders. Om te beginnen moeten we volgens Jacques Wallage, vertrekkend voorzitter van de Raad voor het Openbaar Bestuur, direct afscheid nemen van het klassieke regeerakkoord (de Verdieping, 19 juni). Een 'startdocument' met hoofdlijnen zou voldoende richting moeten geven aan een coalitie. De lokale politiek doet daar nog een schepje bovenop. In de gemeente Oirschot ligt het voorstel om af te stappen van de structuur van coalitie en oppositie. In de nieuwe opzet moet per onderwerp een meerderheid gevonden worden. Vanuit Den Haag komen inmiddels vergelijkbare geluiden. Zowel Marianne Thieme van de PvdD, als Thierry Baudet van FvD roept op tot wisselende meerderheden in de Kamer. Zo zie je dat politieke uitersten toch bondgenoten kunnen zijn op een onderwerp. In plaats van een regeerakkoord kan er dan gewerkt worden met een Kamerbreedgedragen programma. Dit programma bestaat dan uit een aantal thema's waar de partijen gedurende vier jaar gezamenlijk aan gaan werken. Om vervolgens per thema tot een meerderheid te komen, moeten partijen elkaar meer gaan opzoeken. Dit geeft minder onrust in de Kamer en een meer eenduidig gezicht richting de burger. In een tijd waarin het vertrouwen in de politiek zo laag is lijkt me dat geen overbodige luxe. Wanneer partijen per thema een meerderheid gaan formeren, moeten burgers natuurlijk ook de mogelijkheid krijgen om per thema te stemmen. Dat lijkt me wel zo democratisch. Het opinistuk is te vinden op: https://www.trouw.nl/nieuws/formeren-zoals-wij-dat-doen-is-hopeloos-verouderd~bb74afb5/Geen klassiek regeerakkoord
Minder onrust